Altijd begeleiding
Docenten hebben zoveel mogelijk contacturen 80% van hun werktijd geven zij les. Hoewel de leerlingen een eigen plek op school hebben is er altijd een docent in de stamgroepruimtes aanwezig. Ook wanneer er in werkgroepen of individueel gewerkt wordt. Iedere stamgroep heeft een onderwijscoach en een praktijkcoach. Gemiddeld is er per 15 leerlingen één begeleider aanwezig.
Simone van den Brink schreef:
BeantwoordenVerwijderenWat mij betreft zou het nog uitgebreid moeten worden met het soort werkplekken. Niet alleen voor de studenten maar ook zeker voor de (gast)docenten.
Aangezien er vanuit de docenten die nu in het huidige competentiegericht onderwijs werkzaam zijn nogal wat kritiek is op dat onderwijs, zou je kunnen kijken of je deze kritiek om kan zetten in iets positiefs.
Na interview met mijn partner, kwam ik tot de volgende conclusies:
- docenten kunnen maximaal een groep coachen van 15 leerlingen naast het reguliere lesgeven en nakijken;
- docenten in het mbo zijn vaak niet meer werkzaam in de praktijk en staan daarom vaak stil in hun ontwikkeling
- studenten volgen vaak vanaf jaar 1 al stage en worden op het stageadres begeleid door een mentor. Mentor en coach/docent zitten vaak niet op 1 lijn welke vaardigheden/competenties er tijdens de stage getraind moet worden.
Vanuit deze optiek kan ik mij voorstellen dat het competentiegericht onderwijs en de studenten gebaat zijn bij het formeren van duopartners. De groep van 15 kan dan groter worden. De groep heeft een vaste begeleider vanuit het onderwijs en de praktijk. De onderwijs- en de praktijkcoach hebben veelvuldig overleg over het traject dat door de student gelopen wordt. De praktijkcoach onderhoud de contacten met het bedrijfsleven. De onderwijscoach verzorgt de kennisoverdracht, want dat blijft nog steeds een belangrijk onderdeel in het onderwijs. Dus toch instructielokalen en dan niet alleen voor 25 leerlingen, maar ook koppelbaar tot bv. 50 leerlingen.
Dit concept vraagt ook om andere werkruimtes voor de docenten: deze hebben concentratieplekken, overlegplekken (groot en klein) en ontmoetingsplekken nodig. Dit kunnen in principe flexplekken zijn, maar er moet ook een vaste plek zijn waar de leerlingen de docent op een vast moment kunnen treffen en/of afspraken kunnen maken.
Daarnaast denk ik dat het onderwijsgebouw aantrekkelijk moet zijn voor het bedrijfsleven: dus bijvoorbeeld een internetcafé dat niet alleen voor de school maar ook voor de omliggende bedrijven een aantrekkelijke plek is om te lunchen of afspraken te plannen. Business meets education.